De leidraad van de Boeddha komt neer op twee dingen: Het lijden en het stoppen van het lijden.

Het is mogelijk om de geest te bevrijden van al het leed, als je je hebt ontdaan van de oorzaken: Hebzucht, afkeer, illusies, kortom als je het NIRWANA hebt bereikt.

Je wordt dan niet meer wedergeboren en daarmee heb je je ontdaan van het lijden.

De weg naar het NIRWANA loopt over het achtvoudige pad.

Dit zijn acht morele maatstaven, geen geboden, voor een goed bestaan.

Deze acht zijn: Juist denken, spreken en handelen, juist levensonderhoud, de juiste visie ontwikkelen, de juiste inspanning en concentratie opbrengen, en op de juiste manier mediteren.

Naast het achtvoudige pad proberen de Boeddhisten zich te houden aan vijf concrete leefregels: Niet doden, niet nemen wat niet gegeven is, niet liegen, geen seksueel wangedrag en onthouding van drugs, tabak en alcohol.

Een Monnik leeft volgens 227 regels die beginnen met de vijf eerder genoemde regels, die voor alle Boeddhisten gelden.

Vervolgens zijn er drie regels die gelden voor iedereen die het klooster bezoekt: Niets eten na twaalf uur 's middags, geen stoelen en bedden gebruiken die de geest lui maken en geen sieraden dragen.

De resterende regels omschrijven tot in detail het gedrag van de Monniken...

Ze onthouden zich van vermaak, geen tv kijken of muziek luisteren, geen vrouwen aanraken, geen politiek, niet smakken, niet luidkeels lachen, geen dingen kopen, enzovoort, enzovoort.